Traduzione Neerlandese-Tedesco per "hebben"

"hebben" traduzione Tedesco

hebben
werkwoord | Verb v

Panoramica di tutte le traduzion

(Fai clic sulla/Tocca traduzione per maggiori dettagli)

esempi
  • zijn (hele) hebben en houden
    sein Habonzijdig | Neutrum, sächlich n und Gut
    zijn (hele) hebben en houden
  • zijn (hele) hebben en houden omgangstaal | umgangssprachlichumg
    seine Habseligkeitenvrouwelijk meervoud | Femininum Plural fpl omgangstaal | umgangssprachlichumg
    zijn (hele) hebben en houden omgangstaal | umgangssprachlichumg
  • bij zich hebben
    bei sich tragen, mit sich führen, dabeihaben
    bij zich hebben
  • nascondi gli esempimostra più esempi
lef hebben
Mumm haben, sich trauen
lef hebben
betrekking hebben op
sich beziehen (of | oderod erstrecken) auf (accusatief, 4e naamval | Akkusativakk)
betrekking hebben op
om hebben
umhaben Kleidungsstück
om hebben
nodig hebben
brauchen, benötigen, bedürfen (genitief, 2e naamval | Genitivgen)
nodig hebben
lange vingersmeervoud | Plural pl hebben
lange Fingermeervoud | Plural pl machen figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig
lange vingersmeervoud | Plural pl hebben
veel praat(s) hebben
große Tönemannelijk meervoud | Maskulinum Plural mpl spucken, das große Wort führen omgangstaal | umgangssprachlichumg
veel praat(s) hebben
in optie hebben
eine Option haben auf (accusatief, 4e naamval | Akkusativakk)
in optie hebben
recht hebben op
ein (An-)Recht haben auf (accusatief, 4e naamval | Akkusativakk)
recht hebben op
op zak hebben
op zak hebben
het koud hebben
het koud hebben
niets/veel te doen hebben
nichts/viel zu tun haben
niets/veel te doen hebben
iemand eronder hebben
jemanden unter dem Daumen haben figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig
iemand eronder hebben
vermoedensmeervoud | Plural pl hebben
(iets | etwasetwas) vermuten, ahnen
einen Verdacht hegen
vermoedensmeervoud | Plural pl hebben
spijt hebben van
spijt hebben van
trek hebben in
Appetit haben auf (accusatief, 4e naamval | Akkusativakk)
trek hebben in
vrijaf hebben
vrijaf hebben
haast hebben
haast hebben
aandeel hebben in
(einen) Anteil haben an (datief, 3e naamval | Dativdat)
aandeel hebben in
het mis hebben
sich irren
het mis hebben
begrip hebben voor
Verständnis haben für (accusatief, 4e naamval | Akkusativakk)
begrip hebben voor

Ci comunichi la Sua opinione!

Come trova il dizionario online Langenscheidt?

Grazie per la Sua valutazione!

Desidera lasciare un feedback sui nostri dizionari online?

Manca una traduzione, ha notato un errore o desidera farci un complimento? Compili il nostro modulo per il feedback. Il Suo indirizzo e-mail è opzionale e ci serve solo per rispondere alla Sua richiesta secondo la nostra politica sulla privacy.

Veuillez confirmer que vous êtes bien un être humain en cochant cette case.*

*Campi obbligatori

Si prega di compilare i campi contrassegnati.

Grazie per il Suo feedback!

Vieni a farci visita al sito: