„vrijen“: werkwoord vrijen [ˈv̊rɛĭə(n)]werkwoord | Verb v omgangstaal | umgangssprachlichumg Panoramica di tutte le traduzion (Fai clic sulla/Tocca traduzione per maggiori dettagli) knutschen, schmusen, sich lieben, verkehren, gehen knutschen, schmusen vrijen vrijen sich lieben, verkehren vrijen vrijen gehen (mitdatief, 3e naamval | Dativ dat) vrijen vrijen