„voordoen“: werkwoord voordoen [ˈ-duˑn]werkwoord | Verb v Panoramica di tutte le traduzion (Fai clic sulla/Tocca traduzione per maggiori dettagli) vormachen, zeigen, vorbinden vormachen voordoen voordoen zeigen voordoen voordoen vorbinden Servietteet cetera, enzovoort(s) | et cetera, und so weiter etc voordoen voordoen esempi ik zal het (even) voordoen ich werde mal zeigen (wie mans macht) ik zal het (even) voordoen zich voordoen auf-, eintreten, sich ergeben zich voordoen zich voordoen sich gebärden, sich aufspielen Person zich voordoen zich voordoen als ook | aucha. sich ausgeben für (accusatief, 4e naamval | Akkusativakk) zich voordoen als indien zich zoiets voordoet wenn das geschieht, sollte das eintreten indien zich zoiets voordoet nascondi gli esempimostra più esempi