„rij“: zelfstandig naamwoord rij [rɛĭ]zelfstandig naamwoord | Substantiv subst Panoramica di tutte le traduzion (Fai clic sulla/Tocca traduzione per maggiori dettagli) Reihe, Schlange Reihevrouwelijk | Femininum, weiblich f rij rij Schlangevrouwelijk | Femininum, weiblich f rij rij esempi in rijen ook | aucha. reihenweise in rijen in de rij gaan staan sich anstellen in de rij gaan staan in de rij staan Schlange stehen, anstehen in Reih und Glied stehen in de rij staan zich in twee rijen opstellen Spalier bilden zich in twee rijen opstellen in rijen van drie in Dreierreihen in rijen van drie huisonzijdig | Neutrum, sächlich n in de rij Reihenhausonzijdig | Neutrum, sächlich n huisonzijdig | Neutrum, sächlich n in de rij twee dagen/keer/… op rij zwei Tage / zweimal/… hintereinander twee dagen/keer/… op rij nascondi gli esempimostra più esempi