„onpasselijk“: bijvoeglijk naamwoord onpasselijk [-ˈpɑsələk]bijvoeglijk naamwoord | Adjektiv adj Panoramica di tutte le traduzion (Fai clic sulla/Tocca traduzione per maggiori dettagli) unpässlich, unwohl unpässlich, unwohl onpasselijk onpasselijk esempi hij wordt onpasselijk ook | aucha. ihm wird unwohl (of | oderod übel) hij wordt onpasselijk