„benadelen“: werkwoord benadelen [-ˈnaːdeːl-]werkwoord | Verb v <benadelen> Panoramica di tutte le traduzion (Fai clic sulla/Tocca traduzione per maggiori dettagli) benachteiligen, schädigen, schaden, beeinträchtigen benachteiligen benadelen benadelen schädigen, schaden (datief, 3e naamval | Dativdat) benadelen beeinträchtigen benadelen benadelen